Krijt

65,5 - 145,5 miljoen jaar

 

Leven in het Krijt

Bloemplanten kwamen tijdens het Vroeg-Krijt nog maar sporadisch voor. De toenmalige vegetatie bestond uit open landschap met een ondergroei van varens (W, bosjes met boomvarens  en coniferen. Plantenfossielen die uit het Vroeg-Krijt gevonden zijn, bestaan onder meer uit zwerfstenen die te vinden zijn in Oost-Nederland en uit de Twentse kleilagen bij Losser in omgeving.

 

De flora veranderde wel in de loop van het Krijt. In de kustzone kwam een vrij omvangrijke algenflora tot ontwikkeling  op de zeebodem.

De flora op land bestond uit verschillende soorten coniferen en varens. Bloemdragende planten ontwikkelden zich tijdens het Midden-Krijt. 

Tijdens het Laat-Krijt hadden ze de overhand in de bosvegetaties.

 

De zee werd in het Vroeg-Krijt bevolkt door  ammonieten, slakken en  schelpdieren. Ook in kleilagen nabij Losser zijn enkele fossiele afdrukken van deze schelpensoorten aangetroffen.

In een kolenmijn bij het Belgische Bernissart is een complete dinosauriërs kudde aangetroffen, een soort die zowel op achterpoten als op vier poten kon lopen.

 

In Nederland zijn nauwelijks fossielen van landdieren uit het Krijt  gevonden, vermoedelijk afkomstig van dieren die elders zijn doodgegaan en met rivieren naar zee zijn afgevoerd.

 

Het zeeleven tijdens het Krijt was wel enorm. Met name in het Laat-Krijt waren er uitgebreide zeegrasvelden en kleinere riffen met kalkalgen, mosdiertjes en koralen.

In en op de zeebodem kwam een rijkdom aan weekdieren, stekelhuidigen en kreeftachtigen voor.  Er leefden o.a. vissen, zeeschildpadden en kenmerkende Inktvisachtigen.  Bovenaan stonden haaien en maashagedissen.

Onder die laatste groep kwamen enorme monsters voor, waaronder de Maashagedisdie ooit als eerste van gevonden fossielen uit de Sint-Pietersberg bekend werden

 

Zesenzestig miljoen jaar geleden, tijdens het laatste deel van het Krijt lag in de omgeving van Maastricht een ondiepe zee met daarin diverse koraalbanken. Hiertussen  leefde een groot aantal verschillende dieren zoals mosdiertjes en schelpen.

Daarboven zwommen ondermeer de ammonieten, zeeschildpadden, haaien en ook de grote maashagedissen. Zuidelijk daarvan lagen de Ardennen, in die tijd een halfopen heuvelland met naaldbossen. 

 

 

De wereld van het Krijt

 

In de ondergrondse gangen Geulhemmerberg in Zuid-Limburg is de grens tussen Krijt-Tertiair zichtbaar als het variërende scheidingsvlak tussen de gele mergel en de er bovenliggende donkergrijze kleien.

Ten tijde van  het Krijt bestond er op aarde een 'broeikasklimaat'.  De temperaturen waren toen hoog, vooral  in gematigde streken. 

Aan de polen, ontbrak het destijds aan ijs.  Omdat het ijs ontbrak en het opgewarmde zeewater uitzet, was de zeespiegelstand veel hoger dan nu het geval is.

Een groot deel van de continenten lag destijds onder ondiepe zeeën.

Het Krijt is het tijdperk van de dinosauriërs. Deze waren zeer dominant  aanwezig op het land. 

Aan het einde van het Krijt deed zich een dramatische omslag voor.  Ten gevolge van de inslag van een tien kilometer grote asteroïde op Yucatan, in het huidige Mexico, kwam er een ineenstorting van het ecosystemen op aarde.

De inslag veroorzaakte enorme krater in de zeebodem met enorme vloedgolven tot gevolg. Gevolgd door een korte maar hevige klimaatverandering. 

Dinosauriërs en andere organismen zoals ammonieten stierven uit ten gevolge van deze inslag,  direct of vlak erna.

 

Huidige plant- en diergroepen ontwikkelden zich in het.  Toen ontstonden de eerste bloemplanten en veel van de huidige zoogdier- en vogelsoorten die tegenwoordig de wereld bevolken.

Tijdens het Krijt werd de Tethyszee alsmaar groter.  De Atlantische Oceaan begon toen haar huidige vorm te krijgen.

 

 

Inslag van een enorme Astroïde tijdens het Krijt

Foto boven en onder. Uitsterven van de dinosaurussen na de inslag.

Waar lag Nederland in het KRIJT

 

Tijdens het Krijt dreven de continenten verder uiteen, Er kwam daardoor ruimte voor de noordelijke Atlantische Oceaan. 

Aan de zuidkant Europa en Azië  lag de tropische Tethyszee.  Af en toe bereikten de uitlopers van deze zee het gebied rond Nederland.  Nederland lag aan de westrand van het Euraziatische continent, aan de Atlantische Oceaan op de plaats van de huidige Middellandse Zee.

In die tijd wandelde ons land langzaam verder naar het noorden.

 

Nederland in het KRIJT

Nederland tijdens het Krijt is veel meer dan de tropenzee van het Laat-Krijt die we kennen uit de kalksteen van Zuid-Limburg. Gedurende het Vroeg-Krijt (ongeveer tussen 145 en 130 miljoen jaar geleden) was Nederland in beweging. Er was een gevarieerd landschap te zien met heuvelruggen die omhoog kwamen en bekkens die afwisselend werden bezet door rivieren, meren, laagland en zee.

 

Nederland tijdens het vroeg Krijt

 

De periode waarin de Atlantische Oceaan zich opende was geologisch zeer heftig. Het omliggende land schudde op zijn grondvesten. Stukken van Nederland kwamen omhoog. Rond honderddertig miljoen jaar geleden brak een periode van rust aan. De heuvelgebieden begonnen af te slijten en ook de bekkens kwamen meer tot rust. Tegelijkertijd steeg de zeespiegel en raakte Nederland meer en meer vanuit het noordwesten bedekt door zee. Tijdens het Laat-Krijt was Nederland bijna helemaal bedekt door een zee, die van tijd tot tijd verbonden was met de zuidelijker gelegen Tethyszee. Het uiterste zuidoosten van Limburg lag tegen de kustzone van het achterliggende Ardennengebied aan

 

 

Afzettingen uit het KRIJT

Krijtafzettingen komen in de hele Nederlandse ondergrond voor. Vooral in Zuid-Limburg, de Achterhoek en Twente komen ze aan de oppervlakte.

Afzettingen uit het Vroeg-Krijt, kennen we nagenoeg alleen uit Noord-Nederland. Het betreft hier zanden en kleien welke zijn afgezet in rivieren en langs de kust. 

De kalkafzettingen uit Zuid-Limburg uit het late Krijt, wordt foutief mergel genoemd. Deze krijtkalk bestaat vooral uit fijnkorrelige kalksteen, opgebouwd uit de skeletjes van micro organismen.

 

Tijdens het Laat-Krijt werd in ondiepe kustzones groenzand gevormd en ontstonden ondiepe kustzones, ook het grofkorrelige kalksteen. Dit is opgebouwd uit resten van verschillende plant- en diergroepen, zoals kalkalgen, mosdiertjes, schelpdieren, etc. 

 

Nederland tijdens het laat Krijt

Kalksteen met fossielen

Wat zien we aan de oppervlakte

 

Krijtgesteenten kennen we vooral uit Zuid-Limburg, langs de Maas en de Geul en in mergelgroeves.

De bekendste Limburgse krijtgesteenten zijn witbeige kalken van de Formatie van Gulpen en de Formatie van Maastricht, waarin donkere vuursteenlagen voorkomen.

De Limburgse kalksteen is rijk aan fossielen bekend bij fossielverzamelaars.

Op een enkele plaats bij Winterswijk, zoals in het beekdal van de Boven-Slinge en directe omgeving, vinden we groenzanden, waarin in het verleden belemnieten en schelpafdrukken zijn aangetroffen.

In de buurt van Losser komt lokaal Vroeg-Krijt aan de oppervlakte. In de Staringgroeve, vinden we zandsteen waarin fossielen van planten, schelpen en inktvissen voorkomen.

 

Mergel aan de oppervlakte in Zuid Limburg

 

Poreus zandsteen vaak olie of gashoudend.

Kalksteen uit het late Krijt.

 

Delfstoffen

 

In de ondergrond van Noord-Nederland, zien we uit Vroeg-Krijtafzettingen gas- en oliehoudende zandsteen ('reservoirgesteentes').

In Twente en omgeving komt het drinkwater uit de Krijtzandsteen.

 

Kalksteen uit het Laat-Krijt wordt gewonnen voor bouwsteen.

Ook wordt het gebruikt voor productie van kunstmest en cement. In 2007 werd er nog actief gedolven in de ENCI-groeve in de Sint Pietersberg, bij Maastricht.  In prehistorische tijden is er vuursteen gewonnen uit de afzettingen van het Laat-Krijt.

Vooral de mijnen van Rijckholt waren de bron van vele vuurstenen werktuigen die in een groot gebied in Noordwest-Europa zijn gebruikt.

 

 

 

Boorkern uit het zandsteen 

Boorkern uit het bovenliggende steenzout uit de Zechsteinzee. 

Tot zover de behandeling van 5 grote tijdperken, welke belangrijk zijn geweest voor het ontstaan van ons aardgas.

Na het KRIJT-tijdperk volgen nog de navolgende tijdperken: Paleoceen - Eoceen - Oligoceen - Mioceen - Plioceen - Pleistoceen en Holoceen (dit is tijdperk, waarin we ons ook nu nog bevinden.)

De bovenstaande tijdperken, waren ook weer verantwoordelijk voor klimaatveranderingen ( IJstijden ) etc.

Na het KRIJT volgde evenwel nog een tijdpad van: 34,5 miljoen jaar.

 

______________________________________________________________________________________________________________________________________________

 

 

 

 

 

PROFIEL van het Gasveld Groningen.

van onder naar boven weergegeven:

 

onder:  het steenkool uit het Carboon-tijdperk

daar boven:  de zandsteenlagen uit het Perm-tijdperk, met duidelijk zichtbaar, de verschillende breuklijnen in deze laag. Hierin bevind zich het aardgas.

 

daar boven: de zoutsteenlaag uit de Zechsteinzee eind Perm

daar boven: Trias-tijdperk overgaan in Jura -tijdperk

daar boven: het Krijt-tijdperk

helemaal boven: de op het Krijt volgende tijdperken tot heden.

De gevormde veenpakketten, zandlagen en zoutlagen, welke in de 5 belangrijke tijdperken waren gevormd, kwamen steeds dieper in de aarde te liggen.

Ten gevolge van de enorme druk van bovenaf, werd het veen samengeperst tot steenkool. De daarboven liggende zandlagen vormden het poreuze zandsteen, wat vervolgens weer werd afgesloten met een dikke laag steenzout uit de Zechsteinzee.

Door de enorme druk en hoge temperatuur ontsnapte aardgas uit de steenkool, wat zich een weg naar boven zocht. Hier werd het opgesloten in het zandsteen, omdat het door de dikke zoutlagen niet naar de oppervlakte kon ontsnappen. In dit zandsteen zitten nu dus onze aardgasreservoirs.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb